Zugspitz Ultratrail 2018

Twee jaar geleden sloeg de Zugspitz Ultratrail een eerste nagel in de doodskist van mijn Tor des Geants-ambitie. Samen met de Eiger Ultra, AlpenX en Indian Summer Ultra vormde de Zugspitz Ultratrail mijn training voor het serieuze bergwerk. Okee, de Indian Summer Ultra hoort daar niet echt bij met maar 20 hoogtemeters, maar ik doe graag dingen in viertallen, vandaar. Het kostte me 15 uur om bij V6 te komen, 12 daarvan liep ik een persoonlijke zondvloed. De regen kwam zo hard neer dat Linda mij over de telefoon niet kon verstaan. Ze dacht dat ik al onder de douche stond. Door een beetje aandringen van de organisatie en omdat ik nog geloofde in de lol van het ultralopen, lol die nu ver te zoeken was, besloot ik het bijltje erbij neer te gooien. De volgende dag meteen spijt, natuurlijk. Die spijt is de afgelopen twee jaar gebleven. Regelmatig werd ik midden in de nacht wakker, dromend van het pad tussen V6 en V7. Maar omdat stortregen eerder regel dan uitzondering is rond het Zugspitz-massief, zat ik niet echt te springen om een rematch. Misschien ooit een keer op de bonnefooi, als ik zeker wist dat het een mooi weerloop zou worden.

Ter voorbereiding op Linda’s Grand Trail Courmayeur, gingen we dit jaar op zoek naar een geschikte bergloop in juni. De PGTA legt weliswaar een solide trainingsbasis, maar tientallen uren in de bergen zwerven is het niet. Dan kom je bijna automatisch uit bij de Zugspitz Ultratrail. Mijn regenweerstand was door deelname aan verschillende ultralopen in takkeweer redelijk afgekalfd. En eerlijk is eerlijk, ik hunkerde wel een beetje naar een tweede ronde in de ‘groene hel’. Zo gezegd, zo gedaan. We planden een bliksembezoek aan Grainau: met trein, vliegtuig en bus op vrijdag heen, zaterdag en zondagnacht lopen, zondagmiddag met bus, vliegtuig en trein weer naar huis. Genoeg ruimte genomen voor uitlopers, missers en vertragingen, dat wel. Linda gaat voor de 80, ik voor de 100. We slaan zoveel mogelijk van de gebruikelijke drukte over: startnummer ophalen, rustig eten bij een Italiaan, vroeg naar bed.

Uitzicht
Uitzicht vanuit ons hotel.

Start 7:16 – V2 9:16

Linda moet er voor de verandering eens vroeger uit dan ik; de bus naar Ehrwald vertrekt al om 6:15. Gekkenwerk. De 100 start om 7:15, de 80 om 8:00. Ik stel me rond tweederde van het startveld op. Misschien nog wat te ambitieus, mijn enige doel is immers finishen. Maar ik heb geen zin om energie te verspillen aan bergop inhalen. Als mensen er bij mij langs willen, geen probleem, heb ik meteen een excuus om even naar adem te happen.

Profiel
Zugspitz 2018 profiel

De eerste 20 km zijn saai, dit is al de vierde keer dat ik deze route loop: 4Trails 2014, ZUT 2016, TAR 2016 en vandaag weer. Niet heel zwaar of technisch, vooral een kwestie van doseren zonder al te veel tempo te verliezen. Net voor V2 doemt de skihelling met tig valse toppen op. Kop omlaag en doorstoempen, niet teveel over nadenken. Post 2 serveert broodjes met kaas en salami, die vallen goed. Tijd voor het echte werk.

Zugspitz
Zugspitz vanaf Ehrwald gezien.
Hoogvlakte
Hoogvlakte met nog best wat sneeuw.
Contrast
Prachtig hoe de kale rotswanden afsteken tegen de groene almen.

V2 9:26 – V5 18:38

De klim naar het hoogste punt wordt onderbroken door V3. Daarna wordt het serieus steil. Ik raak in gesprek met Dirk, een Belgische ultraloper die net als ik een biertje bij V4 wel ziet zitten. Maar eerst moeten we nog wat valse toppen over, technische paadjes bedwingen en over een half bevroren sneeuwveld downhill glibberen. Ik was even vergeten hoe gruwelijk zwaar dit stuk is. Des te lekkerder smaakt de alcoholvrije Weizen bij V4. Dirk is het roerend met me eens. We nemen ons voor dit later in de loop nog eens te doen. Helaas komt het daar niet van: ik knak op de volgende klim. Door wat rustiger aan te doen lever ik alleen tijd in. Maar Dirk is al lang uit het zicht verdwenen; zelfs tijdens de downhill naar V5 haal ik hem niet meer bij. Helaas moet hij de strijd bij V8 staken.

Schaduw
Door de steile klimmen liepen we nog regelmatig in de schaduw.
Grasgraat
Er loopt hier ergens een pad…
Groene hel
Gepaste bijnaam van het Zugspitz-massief, maar vandaag maakte de zon het wat hemelser.

Bij V5 aangekomen, besluit ik het er even van te nemen. Paar soepies met pasta, electronica aan de laders, vers ondershirt aan en inpakken voor de tweede helft. Al met al toch een uurtje bezig, maar qua tijd maak ik me absoluut geen zorgen. De deadline hier is 21:35, ik vertrek kwart voor acht. Bovendien kan ik de komende relatief vlakke kilometers heel wat tijd goed maken. Het valt me op dat veel mensen hier uitstappen. In tegenstelling tot de afgelopen jaren is het vandaag prachtig weer, graad of 25 en licht bewolkt. Kennelijk hakt dat er bij velen meer in dan constante regen. Ja, je krijgt wat sneller dorst, maar mentaal scheelt het voor mij een slok op een borrel als ik in een door zon overgoten landschap rond kan dartelen.

Afdaling
Aan de start van een lange, relaxte afdaling.
Overkant
Een blik op de andere kant van het dal.
Poppetjes
Rechtsbovenin zie je nog net een paar poppetjes op het zadel.

V5 19:45 – V8 1:01

Ik krijg het voor elkaar vrijwel het hele stuk tussen V5 en V6 te blijven dribbelen. Veel deelnemers lopen hier al, net als twee jaar terug. Het is toch echt vals plat omlaag, mensen en het heet niet voor niets trailrunning. Waarschijnlijk zie ik ze bij de eerstvolgende klim wel weer voorbij komen, dan heb ik spijt van mijn grote mond. Net voor V6 stuit ik op een pittig klimmetje. Da’s niet erg, ik weet dat de post nu vlakbij is. Ik kijk uit naar het vertrek hier, iets waar ik twee jaar geleden niet aan toe kwam omdat ik de verregende handdoek in de ring gooide. Opnieuw neem ik wat tijd, maak een praatje met een Japanner die er behoorlijk doorheen zit en geniet van een kop koffie. Zo’n lekker gevoel dat ik zeker weet hier weer te vertrekken. Het is weliswaar maar 5 km naar de volgende post, maar toch. Hoewel ik de week voor de Zugspitz al zeker wist dat ik hem uit ging lopen, vormt het halen van V6 een soort mijlpaal. Fysiek en mentaal ben ik in goede doen, verwachte klachten blijven uit en ik kijk zelfs uit naar de nacht.

Avond
De avond begint te vallen.
Timing
Alsof ze er voor gemaakt zijn; perfecte timing bij deze zonsondergang.

Tussen V6 en V7 zet ik mijn lampje op en aan. Ik ben lang doorgelopen zonder licht, mijn ogen doen het uitstekend in vallende duisternis, maar ik heb geen zin in commentaar van de organisatie als ik vanuit het pikdonkere bos zonder licht aan komt zetten. Ik blijf niet lang, het was maar een kort stukje en V8 lonkt. Pim merkte twee jaar terug op dat de afdaling vlak voor V8 stomvervelend was. Ik snapte nooit wat hij nou precies bedoelde, maar na de 20e keer op de noodrem vanwege een eindeloze switchback begin ik hem te begrijpen. Aan de andere kant, liever omlaag dan omhoog. De gedachte heeft zich nog niet gevormd of ik bevind me onderaan een switchback terug omhoog. Grrrr! Maar het valt mee, is maar een klein klimmetje en al snel doemt V8 op.

Het is druk hier. Deelnemers kleden zich koortsachtig om, al het korte gaat uit, lange broeken en regenjacks aan. Heb ik een weerbericht gemist of zo? Ik zie zelfs malloten met mutsen, extra warme buffs en… handschoenen? Kom op mensen, het is iets onder 20 graden, doe even normaal. Na een paar minuten begin ik te verkleumen. Wat wil? V8 is een tochtgat en niet zo’n beetje ook. Met het schaamrood op de kaken trek ik mijn regenjack aan. Ik vertik het echter om een lange broek en/of handschoenen aan te doen: er zijn grenzen.

V8 1:16 – V10 5:50

Na een kwartiertje begin ik met verse tegenzin aan het laatste stuk van deze route. Eerst nog wat op en neer, dan de vermoedelijk zwaarste klim van vandaag. En gisteren. Mijn klokjes geven bij V8 ruim 85 km aan. Ik heb geen meter verkeerd gelopen, toch lijkt de finish nu al 4 km verder dan beloofd. Hoop niet dat ze die extra afstand aan het einde nog in rekening brengen. He, is dat een kabouter of een schaduw? Ja, ik ben aan het slaapwandelen. Niet slecht geslapen de afgelopen week, maar ik ben nu al ruim 16 uur onderweg en de vermoeidheid slaat toe. Stukkie lopen in de bergen is toch anders dan een stukkie lopen in de Benelux, kennelijk. Ach, alles is op te lossen; kwestie van een minuutje liggend ontspannen, dan gaat alles weer beter. Maar niet op de grond als het even kan. Eerder vandaag tijdens een break onderweg zat ik al onder de mieren, laat staan als ik naast het pad ga liggen. Dus op zoek naar een bankje. Drie keer raden. Kilometers lang doodgegooid met bankjes, picnictafels, terrassen, enz. Maar het pad waar ik op loop te zwalken is geen regulier pad, dus ook geen bankjes. Zucht… Niet getreurd, na dit lange, half overgroeide pad recht omhoog zou een switchback moeten volgen, geheid dat daar wel een bankje staat. Nope, nog steeds geen bankje. Uit pure frustratie sper ik mijn ogen zover mogelijk open en overdrijf ik mijn stappen, alles om wakker te blijven. Moet er niet aan denken dat ik omkukel, naar beneden rol en weer opnieuw moet beginnen. Een blik omhoog leert me dat de switchback schier eindeloos doorgaat. Dan ruik ik opeens open vuur, dat kan alleen maar Mountain Rescue zijn. En die zitten nooit halverwege een klim. Ja hoor, de laatste zigzag en ik ben eindelijk boven.

Na een stukje vlak zie ik rechtsonder me de volgende verzorgingspost liggen. Helaas kom ik bedrogen uit. Wat ik zie is V10 en niet V9, die ligt nog wat verder aan deze weg. Aangekomen bij V9 krijg ik het aanbod om op te warmen in de berghut. Dat laat ik me geen tweede keer zeggen. Hapje en drankje mee en even lekker op een oncomfortabele stoel uitpuffen, keuvelend met wat PlanB-medewerkers over de TransAlpine Run, de 4Trails en de AlpenX. Fysiek doet het niet veel voor me, mentaal knap ik helemaal op. Na een kleine drie kwartier trotseer ik de kou, dit keer met handschoenen. Het is half vijf ‘s ochtends, zo’n beetje het koudste moment van de nacht. Toch komt het kwik nauwelijks onder de 10 graden. Zal wel iets met vermoeidheid te maken hebben. Van V9 naar de laatste top stelt niet veel voor, niet qua inspanning maar ook niet boeiend qua terrein. Wat het echter de moeite waard maakt is de prachtige rood-oranje-roze gloed waarmee de opkomende zon het grimmige, kale terrein omtovert in een sprookje. Ik heb mijn lampje al snel niet meer nodig.

Van de top naar V10 is het oppassen geblazen. Waarschuwingen voor gevaarlijk terrein neem ik normaal gesproken niet zo serieus, maar na 22 uur inspanning is je reactievermogen wat minder. Teneinde heelhuids aan te komen, doe ik wat rustiger aan. Voorkomt niet dat ik de ene na de andere deelnemer inhaal, ze lijken wel geparkeerd te staan. Ja, mijn bovenbenen doen ook pijn. Nou en? Het tempo waarmee je daalt, als je het goed doet, bepaalt niet hoeveel pijn je hebt, wel hoelang je die pijn hebt. Handig feitje, dat. Bij V10 worden we onthaald als helden, niet geheel onterecht. Maar de vrijwilligers hier hebben er al drie shifts opzitten, dus ik kaats het respect en de aanmoedigingen. Nog geen tien minuten later ben ik er weer vandoor. Het wordt zo langzaamaan tijd om te finishen.

V10 5:57 – Finish 7:02

Ik ben zo vaak gewaarschuwd voor deze afdaling de afgelopen twee jaar en ik moet zeggen, hij stelt niet teleur. Steil, technisch, glibberig, bochtig, enorme variatie in ondergrond, veel losliggend materiaal, het zit er allemaal in. Echter, het is relatief droog. Dat wil zeggen, de afgelopen dag en nacht heeft het niet geregend en de voorspelde horrorshow van dalen in een rivier blijft me bespaard. Enerzijds geniet ik met volle teugen, anderzijds kickt het finisherssyndroom in: het einde is zo dichtbij, maar ook nog zo ver weg. Met nog twee kilometer te gaan ren ik de Hammersbach kloof uit, dezelfde kloof waar ik krap 24 uur geleden aan dit avontuur begon. Nog twee kilometer met flink tempo over asfalt richting Grainau. Waar ik zojuist in de afdaling met speels gemak de een na de ander achter me liet, moet ik nu flink aanzetten om nog wat lopers in te halen. Het gaat me niet om het klassement maar mentaal geeft het me een enorme kick om er aan het einde nog een flink tempo uit te persen. En ook hier geldt: des te harder je loopt, des te sneller het voorbij is.

Net voor de finish krijg ik een brok in mijn keel. Zou het? Na zoveel serieus lange tochten nauwelijks emotie, maar nu dan eindelijk wel weer een keer? Het duurt niet lang, is niet heftig, maar het voelt wel verdomd goed om die stomme fout van twee jaar terug recht te zetten. Okee, het weer zat alleszins mee en ik ben mentaal een stuk taaier/ervarener, maar het was zeker geen peuleschil. Waar ik de Zugspitz Ultratrail altijd een beetje als een halfzachte 100 km in de bergen heb beschouwd, bied ik een paar 100 meter voor de finish de zojuist afgelegde tocht mijn welgemeende excuses aan. 5500 hoogtemeters op dik 100 km lijkt niet veel voor te stellen, maar met 32 km relatief vlak parcours en een bijzonder venijnige staartklim en -afdaling, mag de Zugspitz zich van mij met recht een pittige bergtocht noemen. Pittiger dan de Eiger Ultra in ieder geval.

Ik ben er nog niet. Voor me doemt het muziekpaviljoen op, zowel start- als finishlocatie. Ik hoor mijn naam omgeroepen worden. Alma staat me links aan te moedigen, Linda staat me rechts met een slaperig koppie de finish over te kijken. Yes, ik ben er! Het is twee over zeven en alle vermoeidheid valt van me af. Zelfs het besef dat de dag net begonnen is, een dag van terug reizen naar huis, doet me niks. Ik geniet van een yoghurtje en maak de balans op:

  • Ruim 107 km met 5700 hoogtemeters.
  • 23 uur en 3 kwartier onderweg waarvan 20 uur en een kwartier daadwerkelijk lopen.
  • 12 uur klimmen, 7 uur dalen, ruim een uur vlak.
  • Geen schade, behalve calorieën en wat nachtrust.
  • Mentaal heel steady, geen zware dips en geen moment gedacht aan uitstappen.
  • 556 deelnemers, 390 finishers, ik kwam binnen als 325e.

Ik begon aan deze tocht met een vastberaden trek om mijn mond: uitlopen zal je. Maar naarmate de dag vorderde, merkte ik dat ik kon ontspannen zonder risico op opgave. Ik begon het meer te zien als een reis, eentje waarvan het einddoel onherroepelijk vast stond. Waarom dan niet wat meer genieten onderweg? Vandaar ook dat ik zo nu en dan wat meer tijd voor mezelf nam dan strikt noodzakelijk. Had ik hem sneller kunnen lopen? Misschien, maar meer dan een uur, anderhalf uur eraf was het niet geworden. Voordeel van deze indeling was dat ik de zon op een van de hoogste punten op zag komen en ik de lastigste afdaling in het licht kon lopen. Ik ben wel tevreden met deze revanche. Op naar Courmayeur.

Kleine oogjes
Beiden wat vermoeid, maar tevreden.

Comments