The DICE, georganiseerd door Trailrunning Europe, is een uniek evenement. De basis is Last Man Standing: net zo lang rondjes lopen tot er nog één persoon over is. Verwijder de competitie, introduceer een dobbelsteen, benadruk het sociale karakter van trailrunning en je hebt The DICE. Start is zaterdagochtend 8:59 uur. Dan rolt de dobbelsteen voor de eerste keer. Het resultaat vermenigvuldigd met drie is de afstand die gelopen wordt. Er zijn verschillende routes tussen drie en achttien kilometer. Uiteraard wat overlap hier en daar, maar niet telkens hetzelfde rondje. Tenzij de dobbelsteen zo bepaalt. Je vertrekt als groep, aankomst is aan jou. Met een minimumtempo van zes kilometer per uur is het ook voor wandelaars goed te doen. Al heb je dan weinig pauze tussen de worpen. Ben je niet op tijd binnen, is het helaas voorbij en mag je de volgende ronde niet meer meedoen.
De Bosrand
Start/finish is bij Camping De Bosrand waar je na elke ronde toegang hebt tot je eigen spullen. De routes zijn niet gemarkeerd, je navigeert op GPX-bestanden. Dat is wel opletten geblazen want de ene keer moet je na de trap linksaf, de andere keer rechtsaf. Gelukkig voorziet de organisatie in gedetailleerde kaarten en instructies. Uiterlijk 20:59 uur ‘s avonds wordt de dobbelsteen een laatste keer geworpen. Afhankelijk van de resultaten eerder op de dag, kan dat ook om acht uur of half negen zijn. Heb je pech, dan start je om negen uur nog voor een achttien kilometer; heb je mazzel, loop je om half negen drie kilometer. Er is een gezamenlijke maaltijd om zes uur. Hoe dat past in het concept is me een raadsel. Geldt daarvoor ook een minimumsnelheid?
Meschermolen
Vrijdagavond komen Jantine, Sandra en ik aan bij de Meschermolen, een prachtige Limburgse hoeve met zowel appartementen als B&B-kamers. Ik haal bij Café ‘t Piepke een vette hap, de dames genieten van hun zelf meegebrachte maaltijd. Sandra ziet mij loeren naar het laatste restje boerenkoolstamppot en stelt een ruil voor: ik wat gezonds, zij een paar patatjes met mayo. Daar zeg ik geen nee tegen. Jantine vult haar hutspot aan met een portie Limburgs zuurvlees. Het is de eerste keer dat ze dit proeft en ze is meteen verkocht. Tijdens het uitbuiken bekijken we de routes en de checklist. Jantine oogt ontspannen, Sandra wordt steeds zenuwachtiger. Ze ziet vooral op tegen het terrein, zelf navigeren en in het donker lopen. Geen zorgen, beloof ik haar. Als je eenmaal loopt, valt alle stress van je af.
Klei
Het is zaterdagochtend vijf minuten rijden van de Meschermolen naar Camping De Bosrand. Het eetcafé vormt vandaag onze uitvalsbasis: hier beginnen alle rondjes. Tijdens het parkeren van de auto gaat het bijna mis. We glibberen en glijden over de Limburgse kleigrond en alleen creatief gebruik van een automat biedt uitkomst. Zo, die staat. Nou maar hopen dat we vanavond nog wegkomen. Als het voorspelde weer meezit, bewolkt maar droog, hebben we wellicht geen trekker nodig. We zoeken een plekje op en bereiden ons voor op de eerste ronde. Dat is nog wel een dingetje. Het verschil tussen drie en achttien kilometer vereist een andere rugzakinhoud. Ik ga uit van een hoge worp en neem genoeg mee om vijf tot zes uur onderweg te zijn. Meer dan voldoende voor de eerste twee rondes.
Worp 1
Kwart voor negen geeft Cor van Disseldorp een korte briefing waarna de eerste dobbelsteen gegooid wordt. Een vier. Mooi: niet te lang, niet te kort. Voor deze twaalf kilometer krijgen we twee uur, immers, minimaal zes kilometer per uur. We lopen met z’n allen naar buiten en beginnen met een rustig sukkeldrafje. Stukje over de weg, dan linksaf door een hekje en meteen steil omhoog. Dit klimmetje gaan we vandaag nog vaker zien. Na ruim een kilometer komen we aan bij de beruchte Trap. Vijftig meter omhoog over 181 onregelmatige houten treden, dat hakt erin. De rest van de route is een aaneenschakeling van modderpaadjes door het Savelsbos en lusjes tussen de weilanden door. En een tweede keer de Trap op. Maar dan ben je bijna bij de finish, dus de pijn valt mee. Na een klein anderhalf uur zijn we alweer terug bij De Bosrand. Tijd voor koffie.
Worp 2
Worp twee is een vijf, dus vijftien kilometer. Dit parcours is wat saaier met veel open stukken. Staat tegenover dat we de Trap naar beneden mogen in plaats van omhoog. Op de vlakke stukken verlies ik regelmatig de dames uit het oog. Zij kunnen namelijk iets wat ik niet kan. Of beter gezegd, niet wil. Hard lopen. Let op de spatie, die is van belang. Als er voor mij een eindeloze vlakte opdoemt, val ik automatisch terug in standje ultrashuffle. In het bos daarentegen word ik weer kind. Dan wil ik zowel omhoog als omlaag dribbelen, klauteren en stuiteren. Niet altijd in die volgorde. En zo gebeurt het dat ik van de Trap afstuiter en onderaan kort moet wachten totdat Sandra en Jantine op verstand de afdaling slechten. Wel zo netjes aangezien ze regelmatig voor mij hebben ingehouden de afgelopen anderhalf uur. Bij aankomst in De Bosrand bestellen we meteen lunch. Soep voor Sandra, soep en poffertjes voor Jantine, soep en omelet voor mij. Ruimschoots de tijd met nog ruim kwartier over op de volgende worp.
Worp 3
Opnieuw een vier. Hetzelfde parcours als de eerste ronde. Op zich wel relaxed behalve dat we twee keer de Trap op moeten. Ach, ik kan de hoogtemeters wel waarderen. Alles wat ik hier meepak, hoef ik niet komende woensdag in de Ninglinspo te doen. Doel is over het hele jaar 100.000 hoogtemeters; heb er nog zo’n 3.000 nodig. Omdat de lunch vrij zwaar viel, doe ik dit rondje iets rustiger aan. Uiteindelijk maar een minuut of acht langzamer dan de eerste, maar genoeg om wat te herstellen. Het geeft me minder lang de tijd tot de volgende worp, maar ja, wat moet je nou helemaal doen? Wat drinken, praatje maken en zorgen dat je voorbereid bent op maximaal achttien kilometer. Nou, ik heb sinds de eerste ronde nog niks aangeraakt van wat ik bij me heb, dus dat zit wel goed. Jantine en Sandra zitten er ook nog fris bij. Qua afstand stelt dit voor hen niks voor, maar het terrein was initieel wel even slikken. Voor Jantine minder dan voor Sandra, maar toch. Mooi om te zien hoe ze de eerste afdalingen nog heel voorzichtig zijn, maar in de loop van de dag ervaring en vertrouwen opdoen en nu al aardig tempo houden omlaag. Moet ik daar zometeen ook nog aanzetten om ze bij te houden…
Worp 4
Een twee. Zes kilometer, uurtje de tijd. Nieuw parcours, voor de zekerheid een hoofdlampje mee. De schemering valt pas rond half vijf, maar het is best donker in het bos. Uiteindelijk blijkt het niet nodig. Dit rondje gaat niet over de beruchte Trap, maar er zitten een paar leuke paadjes in. Het tempo ligt vrij hoog. Nog geen drie kwartier later zijn we alweer terug. Cor kondigt aan dat de volgende worp de laatste is voordat we gezamenlijk gaan eten, tenzij hij één rolt.
Worp 5
De dobbelsteen landt op drie. Oei, de negen kilometer. Er was vantevoren al gewaarschuwd dat deze ronde het zwaarst is qua verhouding afstand en hoogtemeters. Twee keer de Trap op, maar ook een pittige klim naar de Henkeput. De rest van het parcours is relatief eenvoudig. Sandra vraagt of ik bij haar wil blijven omdat we nu voor het eerst volledig in het donker lopen. Bij de Indian Summer Ultra vond ze dat al spannend, in het Savelsbos ligt de lat nog wat hoger. We doen rustig aan, nemen de tijd voor sanitaire stops en dribbelen beheerst omhoog en omlaag. Met nog een kwartier over komen we weer aan bij De Bosrand. Daar staat een feestmaal van frites, zuurvlees en vegetarische pasta op ons te wachten. Het extra half uurtje om te eten wordt gewaardeerd. Er zijn al flink wat deelnemers gestopt. Sommigen omdat de afstand cumulatief toch aardig aantikt, anderen wegens lichte blessures of omdat ze compleet verdwaald zijn. Zelf heb ik moeite om de route op mijn horloge te vinden onder alle afgelegde kilometers. Vooral de paadjes in het begin, waar we al tig keer overheen liepen, zijn niet langer navigeerbaar. Gelukkig heeft Chris van Beem wat pijlen opgehangen met instructies voor de eerste splitsingen.
Worp 6
Opnieuw de drie, zelfs parcours als voor het eten. Scheelt dat we geen nieuwe route in hoeven te laden. Ik maak me wel zorgen dat de kans op een rondje van drie of achttien kilometer steeds kleiner wordt. Vooral die laatste wil ik niet missen, schijnt volgens kenners de mooiste te zijn. Aan de andere kant, hoeveel krijg je daarvan mee in het donker? Ergens diep in de gekrochten van mijn brein begint een plannetje vorm aan te nemen. We lopen dit rondje gezellig met z’n drieën. Voor het eten had Jantine een flink stuk solo gelopen. Vond ze wel even lekker. Maar nu wil ze weer met Sandra en mij op pad. We hebben de grootste lol onderweg, iets met hekjes al dan niet openhouden en elkaar proberen in te halen op de afdalingen. Met nog een kwartier over zijn we weer terug. Jantine iets eerder dan Sandra en mij vanwege haar nieuwe vondst: een sprintje trekken op de laatste honderd meter. Gek!
Worp 7
De één. Gelukkig, een nieuw parcours. Weliswaar kort, maar weer even wat anders. De overgebleven 27 deelnemers starten veel te snel. Ja, je hebt maar een half uur, maar voor drie kilometer is dat meer dan voldoende. Jantine en Sandra lopen vrij snel bij me weg. Hmmm… misschien moet ik toch iets meer doorlopen dan ik doe. Gelukkig is de Trap omlaag deel van dit parcours, daar maak ik altijd veel goed. Niet genoeg kennelijk want de dames zijn allang beneden. Linda waarschuwt me wel eens dat ik niet iedereen goed moet leren dalen, dan verliezen we ons voordeel. Dit is de eerste keer dat ik er vrij direct mee geconfronteerd word. Tijdens de tweede afdaling haal ik ze alsnog in. Bij de weg aangekomen vraagt Jantine of ik meedoe met het laatste sprintje. Nou, weet niet of mijn benen dat trekken. Maar voordat ik er erg in heb, rennen we zo hard als we kunnen naar Cor, die alle deelnemers verwelkomt voor de laatste worp van de dag.
Worp 8
Ik hoop vurig op de zes, dan hebben we namelijk alle routes gehad vandaag. Ben trouwens niet de enige, hoor verschillende deelnemers het getal zes scanderen als Cor de dobbelsteen werpt. Shit, weer de één. Nog een laatste keer vlammen op het minuscule rondje, dan zit de dag erop. Ik stel aan de dames voor om morgen op eigen gelegenheid de achttien kilometer te lopen in plaats van naar de kerstmarkt te gaan. Als het parcours inderdaad zo mooi is, loont het om dat overdag te doen. Daar zijn ze wel voor in. Maar eerst nog even officieel finisher worden op The DICE. We vertrekken opnieuw op tempo, lopen stevig door terwijl we hier en daar een gesprek aanknopen. Ook even polsen of er nog meer mensen morgenochtend om tien uur meegaan voor de achttien kilometer. Opeens ben ik Sandra kwijt. Liep ze nou voor of achter ons? Voor ons, antwoordt Jantine. Dan is ze heel rap van de Trap afgerend want ik zie haar nergens meer. Na het laatste klaphekje is het tijd voor de inmiddels traditionele eindsprint. We kijken raar op als een meute mannen met ons meerent, ook wel in voor een laatste krachtsinspanning. Uitgelaten worden we onthaald door Cor, Geraldine, Chris en deelnemers plus aanhang.
Afloop
Alle finishers krijgen een gratis startbewijs voor de Dodemans Trail en een minuscuul dobbelsteentje om zelf eens een worp te doen. Sandra, Jantine en ik drinken nog wat na met Cor en Geraldine. Zowel zij als de deelnemers hebben een goede dag gehad. Voor een eerste keer is The DICE keurig verlopen. Afgezien van wat verdwaalden en lichte blessures, waren er geen calamiteiten. Saaie dag voor het medische team. Je ziet aan de ogen van Cor en Geraldine dat ze genieten van dit soort evenementen. Gewoon, een clubje lichtgestoorde gelijkgestemden die hun daginvulling laten bepalen door een dobbelsteen. En dat in de meest prettige trailsfeer mogelijk. Wat wil je nog meer? Kom ik op terug.
Zondag
Zondagochtend tien uur staan er vier idioten in De Bosrand. De eigenaar vraagt voor de grap of we een zes gerold hebben. Ja, klinkt het eenstemmig. Samen met Sandra, Jantine en Ed Laurentzen begin ik aan wat zonder meer het mooiste parcours van de dobbelsteen is. De Trap omlaag, altijd een feest, stukje buitengebied, maar de rest door het Savelsbos en een uitstapje naar de Trichterberggroeve. Pittige klimmen, extra modderige paden, prachtige vergezichten. Deze in het donker lopen was zonde geweest, blij dat we het nu bij daglicht doen. Zelfs de incidentele regenbui kan onze pret niet bederven. Na een kleine drie uur is het tijd voor de laatste sprint. Met een brede glimlach komen we dit weekend voor de laatste keer aan bij De Bosrand. We genieten van een soep en heerlijke wafels met slagroom en warme vruchten. Hebben we na deze extra inspanning wel verdiend. Na afscheid van Ed en een heerlijke douche bij de Meschermolen, keren we op huis aan.
Nabeschouwing
Wat een heerlijk weekend. Geen drama, leuk concept, lekker gelopen en vooral veel lol gehad met Sandra en Jantine. En natuurlijk met Cor, Geraldine, Chris en alle aanwezigen. De dagen erna merk ik dat een stukje duisternis uit mijn hoofd verdwenen is. Net alsof er een last van je schouders valt en je weer in staat bent tot een glimlach. De Bello Gallico had ongemerkt toch meer impact dan ik dacht. Dromen, nachtmerries en overpeinzingen helpen wel wat in het verwerkingsproces, maar er was een weekendje dobbelen voor nodig om weer enigszins de oude te worden. Dat en de fantastische groep mensen die het evenement tot een daverend succes maakte.
Ik denk wel dat er nog veel meer uit The DICE te halen valt dan nu het geval is. De basis staat als een huis, maar vergroot de uitdaging door er een waar Last Man Standing van te maken: net zo lang doorgaan tot er nog maar een persoon over is. Of doe het op teambasis: Last Team Standing. Laat deelnemers de routes in tegengestelde richting lopen bij herhaling. Dus bij oneven herhaling linksom en bij even herhaling rechtsom. Maakt het mentaal wat ingewikkelder, maar je krijgt er een hoop variatie voor terug. Zo is er vast nog veel meer te bedenken.
Zoals The DICE nu georganiseerd was, ging het qua accommodatie prima. Okee, het was soms even zoeken naar een zitplek en de kamer met de tassen vereiste wat fysieke lenigheid. Dat werd echter nooit storend, mede dankzij het goede humeur van alle aanwezigen. Meer dan 66 deelnemers kan De Bosrand volgens mij niet aan. Of er moet nog ergens een zaaltje voorradig zijn. Helemaal als je doorgaat tot het bittere einde, hebben de lopers en aanhang simpelweg meer plek nodig voor bevoorrading en bivak. Maar goed, er is ook niks mis mee om The DICE zelf in stand te houden en bijvoorbeeld in de zomer een Last Man/Team Standing-variant op te zetten. Ik begreep van Cor dat dit in de huidige setting waarschijnlijk niet mogelijk is, maar wellicht biedt een stapje over de grens uitkomst. Alleen oppassen dat het geen concurrentiestrijd wordt met Another One Bites The Dust, maar gezien het unieke concept zal dat geen probleem zijn.
Comments