Run the Parks 2019

Een tocht vol tegenstellingen, anders kan ik het niet omschrijven. De gebruikelijke ups end downs, zowel fysiek als mentaal. Zes uur nodig hebben om warm te draaien. Beste benen in de laatste 30 km. Met een verkoudheid en lichte koorts beginnen. Zestien uur lang focussen op een nieuwe voetafwikkeling (iets meer naar achteren) wegens een dreigende blessure. Allemaal factoren die al eens een rol speelden. Maar tijdens Run the Parks, bedacht door Crazy Trails, kwam het hele zwikkie bij elkaar. Een relatief makkelijke, ontspannend bedoelde tocht liep daardoor uit op een van mijn zwaarste trainingen. Komend weekend heb ik een flinke uitdaging op het programma, namelijk de TransPeneda-Geres Fools’ Edition (13, 70 en 100 km in 3 dagen). Geheel ongelegen kwam het dus niet, maar iets meer ontspanning had geen kwaad gekund. Tja, van een ultra verwachten dat het precies loopt zoals voorgesteld, past volgens mij binnen de definitie van krankzinnig.

Trouwens, waar hebben we het over? Is er al wel eens iemand ‘perfect’ begonnen aan een dergelijke loop? Geen pijntjes, volledig fit, optimaal voorbereid, enzovoorts. Kan bijna niet, toch? Mijn ervaring is juist tegengesteld: des te minder goed voorbereid ik mezelf acht, des te beter het vaak gaat. Misschien een wisselwerking tussen vertrouwen in jezelf en ontzag voor de tocht. Maar goed, ik had het over tegenstellingen, dus laat ik daar eens wat dieper op ingaan.

Start vs finish

Start om zes uur ‘s ochtends. Nou goed, vijf over zes. We wachten voor de zekerheid op mogelijke laatkomers, maar die zijn er niet. Het is koud, paar graden boven nul. Ik rekende erop dat we tot de start binnen in Uiltje Bar konden wachten, maar die is natuurlijk gewoon gesloten rond dit tijdstip. Dan maar wat stampvoeten en quads spannen/ontspannen. Eenmaal onderweg warm ik snel op.

Finish om tien uur ‘s avonds. Wat later dan verwacht, gelukkig op tijd de knop omgezet. Vanochtend was het hier uitgestorven, nu wordt je bijna onder de voet gelopen. Niet heel gek natuurlijk, hartje Haarlem op zaterdagavond. Uiltje Bar is nu wel open, maar de temperatuur binnen is niet te harden. De andere deelnemers zijn al vertrokken, dus Rich den Hartog en ik druipen af naar Hotel Raecks. Een capuccino en een Weizen sluiten de dag positief af.

Dicht vs open

Voordeel van vroeg starten is dat het op straat lekker rustig is. We zien wat marktbouwers en een verdwaalde postbode, maar daar blijft het wel bij. Nadeel is dat veel van de hofjes en parken waar de route doorheen loopt, nog gesloten zijn. De grap Run around the Parks is snel gemaakt. Zolang we nog in Haarlem lopen, deert het me niet. Het is donker, de omgeving nieuw voor mij, dus ik vermaak me wel. Dat verandert zogauw we buiten Haarlem raken en we een aantal keren uit moeten wijken voor hekken en afgesloten gebieden. In plaats van in de natuur, lopen we over straten en fietspaden, wanhopig op zoek naar een paadje dat ons terug naar de route voert.

Eenmaal in de Kennemerduinen, langs het strand en zelfs bovenop Spaarnwoude, is alles weer in orde. Lekker in de natuur hobbelen, niet gestoord door menselijk ingrijpen. Okee, de oneindige dijk bij Spaarndam, de lange rechte stukken terug naar Hilversum en de sadistische set lussen na Uiltje Brewery & Taproom, hadden van mij best achter een hek mogen verdwijnen. Op het geheel vormen ze maar een klein deel, maar in het donker na al een uur of 14 onderweg te zijn, komen ze harder aan dan verwacht.

Behulpzaam vs onbeschoft

Na 45 kilometer komen we aan bij Parnassia. Ik loop naar binnen voor een cola, maar word door de barman gecommandeerd buiten te gaan zitten en op mijn beurt te wachten. Ik geef aan dat er een groep lopers op mij wacht en ik alleen maar een colaatje wil. Zelfde regels, blaft hij me toe. Een andere medewerker schiet me te hulp, rekent de cola alvast af en geeft de bestelling door aan de barman. Die schept er vervolgens genoegen in alle andere bestellingen voor te laten gaan. Het moment dat ik mijn geld terugvraag, kwakt hij een flesje cola op de bar. Lulhannes!

Paar kilometer verderop duiken Rich en ik Grand Cafe The Dutch Admirals in. Hij heeft hongerklop, ik heb lekkere trek. Zit me al een week te verheugen op goede kibbeling. Om zeker te weten dat we niet veel tijd gaan verliezen, vraag ik de eigenaresse hoelang het bereiden van een portie kibbeling duurt. Ze ziet dat ik haast heb en maakt er een ‘spoedbestelling’ van. Tien minuten later zitten Rich en ik aan de kibbeling met patat. Zo kan het dus ook, kennelijk.

Groep vs duo

Ron wil op tijd bij Hippisch Centrum Velsen zijn omdat daar een flinke groep deelnemers aansluit. Hij stelt voor rustig verder te lopen, dan kunnen Rich en ik later weer aanhaken. Geen probleem. De eerste 50 km gezellig met elkaar opgetrokken, misschien de laatste 25 ook nog. Maar het loopt anders. Zowel Rich als ik krijgen een flinke dip in de Kennemerduinen. Tempo zakt, moraal wankelt, maar we knokken ons erdoor heen. IJmuiden lijkt eindeloos ver weg, laat staan Velsen. Tegen de tijd dat wij bij de Vomar zijn, vertrekt de rest al bij het Hippisch Centrum.

Enerzijds jammer dat we niet bij de groep aan konden sluiten, anderzijds weten Rich en ik elkaar wel te vinden tijdens deze tocht. Op de vlakkere stukken is hij iets sterker, op technisch terrein en bergop juist ik. Gesprekken en comfortabele stiltes wisselen elkaar naadloos af. Ook qua pauzebeleid zitten we op een lijn. We komen hier voor onze rust, nemen daarom de tijd bij Vomar, Hippisch Centrum en Uiltje Brewery & Taproom. Alleen qua bier hebben we een andere smaak: ik geniet van de 1% IPA, Rich niet echt. Maar goed, wat weet ik nou van bier?

Koud vs warm

Ondanks het beloofde mooie weer, heb ik het af en toe flink koud. Dat begon natuurlijk ‘s ochtends al, maar ook later op de dag, helemaal als de zon zakt, loop ik regelmatig te klappertanden. Kwestie van doorbijten want na een paar honderd meter ben je weer warm. Dat is de keerzijde van pauzes: je wordt er niet warm van. Overdag hebben we schitterend loopweer, veel zon, nauwelijks wind, niet te warm. Toch zoek ik, net als vorige week tijdens La Magnetoise, met regelmaat naar wat schaduw op de paden.

In Uiltje Brewery & Taproom trekken we alles aan wat we aan warme kleding bij ons hebben. Regenjack, pet, buff, handschoenen, noem maar op. Het blijkt uiteindelijk nauwelijks nodig te zijn. De wind hier koelt wel wat af, maar zogauw we richting Haarlem lopen, warmen we veel sneller op dan gedacht. Het duurt dan ook niet lang voordat een en ander weer in de rugzak verdwijnt.

Conclusie

Het was een mooie dag. Zelfs als zaken anders lopen dan verwacht, of misschien juist wel daarom, blijft een ultra een bijzondere ervaring. Helemaal als je dit deelt met een voorheen volslagen vreemde. Door de groep te laten gaan, heb ik Rich veel beter leren kennen dan wanneer we allemaal bij elkaar waren gebleven. Dat is me eigenlijk wel meer waard dan potentieel kunnen steunen op een groep. Jammer dat ik Mike Bruce niet gesproken heb, maar die ga ik dit jaar zeker nog tegenkomen bij een Duinhopper of een LEO. En de andere deelnemers? Zal ook wel goedkomen.

Comments