Er zijn zo van die loopjes waar je je niet veel van voorstelt, maar die uiteindelijk een pareltje blijken te zijn. La Magnetoise is er zo een. Twee jaar geleden al eens samen met Pim gelopen, maar toen wist het evenement geen bijzondere indruk achter te laten. Veel lange, rechte bospaden, relatief weinig hoogteverschil en met 65 km toch vooral een zware mentale training. Hoogtepunt toen was een bezoek aan cafe Le Carat in La Reid voor een heerlijk bakje koffie. Qua organisatie, verzorging en prijs was het wel bijzonder: 3 euro voorinschrijving, 5 euro na-inschrijving, uitgebreid trailbanket op 3 posten en perfecte markering. Maar ja, het zijn toch de paadjes die blijven hangen en in dat opzicht stelde La Magnetoise 2017 wat teleur.
Dit jaar kwam Pim met het idee om een trainingsweekend rondom La Magnetoise te houden. Vrijdagavond heen, zaterdag een proloog, zondag het evenement. Hij had er flink zin in. Bovendien nam hij Ilje van der Ploeg op sleeptouw: een sterke Ironman triathleet die zich wel eens aan een ultratrail wilde wagen. Hun voorbereiding bestond uit de UHT en de Koning van Spanje op eigen gelegenheid. Ik was na een weekendje rust ook wel toe aan weer een stukkie lopen. Dat stilzitten is echt niks voor mij…
Door vrijdagavond pas na het eten richting Magnée te vertrekken, ontlopen Linda en ik de gebruikelijke vrijdagmiddagspits. Wat een verademing, dat je gewoon door kunt rijden in plaats van om de ongelukken heen laveren. Tegen een uur of tien komen we aan in een prachtige Gite Rural, genaamd La Balade d’Annie, in het pittoreske Forêt. Na even bijpraten onder het genot van wat chips en een biertje, duiken we rond twaalf uur ons bed in om de volgende dag goed uitgerust aan de proloog te kunnen beginnen.
Proloog
Mensen die mij kennen weten dat mijn prologen op zijn zachtst gezegd nogal pittig zijn. Daar zit een filosofie achter: des te zwaarder de proloog, des te makkelijker het evenement. Vandaag was zeker geen uitzondering. Vanuit Forêt pakken we goed begaanbare paadjes naar het zuiden. Afwisselend weilanden, single tracks door het bos, hier en daar een stukje asfalt. In ieder geval nooit meer dan een paar honderd meter rechtdoor. Wel een risicootje, want als La Magnetoise van dit jaar op die van twee jaar geleden lijkt, kunnen we wellicht beter lang rechtdoor trainen. We worden echter prettig verrast door een serie oranje lintjes aan bomen en stippen op de grond. Een nadere blik op de lintjes leert ons dat dit de markering voor morgen is. Als deze paadjes een indicatie zijn voor de rest van de route, wacht ons nog veel moois.
Na een kilometer of acht raken we van het pad af. Of beter gezegd, het pad stopt en we moeten ons een weg door bramenstruiken banen. Achter mij hoor ik zowel gegrinnik als gevloek dat we weer met een typische Barry-proloog bezig zijn. Vaak kies ik voor een stukje off-road maar dit keer is het echt een gevalletje ‘pad kwijt’. Ach, des te zwaarder we het nu hebben, des te makkelijker is het morgen als een meute lopers ons vooraf gaat. Na een korte afdaling dwars door het struikgewas vinden we gelukkig weer een pad.
De rest van de tocht voert door een prachtig landschap. Regelmatig pakken we een bankje om van het uitzicht te genieten. Het weer vandaag helpt daarbij. Hoewel het nog maar half februari is, schijnt de zon met ongebruikelijke kracht. De temperatuur is goed te genieten, we zweten af en toe zelfs. Linda is nog niet helemaal hersteld van haar post-Devon griepje, dus we doen rustig aan. Pim oogt sterk, voelt zich ook zo, dat belooft wat morgen. Ik ga op pad met twee mannen waarvan ik weet dat ze in de eerste 30, 40 km sterker zijn dan ik. Oppassen dat ik mezelf niet opblaas in het begin. Na 21 km in dik 3,5 uur zijn we weer terug bij ons huisje. Voldaan, maar hongerig, dus snel even op en neer naar Trooz voor een boodschap. Tegen de tijd dat we terug zijn, is Ilje al in het huisje.
Rond een uur of zes rijden we richting Magnée om onze startnummers alvast op te halen. Dat scheelt morgen weer een kwartier voor de start. Pim’s Tesla navigatie stuurt ons een pad op waar we meer hebben aan trailschoentjes dan aan vierwielaandrijving. Via een omweg bereiken we ons doel alsnog. Startnummers zijn snel verzameld, nu op zoek naar een restaurantje in Fléron. Bijna alles zit vol, behalve brasserie/brouwerij L’Interrogation. Na wat gehannes met contact en kaart, genieten we van een uitstekende vegetarische maaltijd. Niet perse wat ik in gedachten had, maar daarom niet minder smakelijk. Omdat we de volgende dag vroeg op moeten, de start is al om acht uur, kruipen we bijtijds ons bedje in.
La Magnetoise
Omdat Linda zich heeft om laten schrijven naar de 25 km, kan zij lekker uitslapen. Ilje, Pim en ik zitten al om half zeven aan het ontbijt. Kwart over zeven vertrekken we richting Magnée. Geïnspireerd door Pim’s anecdote over het tijdens de TransAlpine Run vergeten van zijn startnummer vlak voor de vierde etappe, grapt Ilje halverwege dat hij zijn trailschoenen vergeten is. Ha ha, goede grap. Maar het is geen grap, hij is ze serieus vergeten. Doorrijden is geen optie want Ilje heeft alleen maar gympies bij zich, dus we keren om. Het geplande half uur voor de start voor onze gebruikelijke voorbereiding, slinkt daarmee tot een minuut of acht. Op de achterbank moet ik me in de meest rare kronkels wurmen om me om te kleden, startnummer te bevestigen en schoenen aan te doen. Tesla staat ook op de achterbank het loskoppelen van je gordel niet toe.
Met nog een paar minuten te gaan, stellen we ons op in het startvak. Nou ja, Ilje zoekt nog een toilet, dus Pim en ik verdelen onze aandacht tussen een warrige briefing en Ilje’s lange gedaante. Ondanks de kleinschaligheid kom ik nog een paar bekenden tegen, waaronder Aad Terwiel en Dennis Stoutjesdijk. Het aftellen is net zo abrupt als de briefing en na 3, 2, 1 zet de stoet zich in beweging. De eerste kilometers lopen we voornamelijk over asfalt en karresporen. Dan wijst een pijltje midden op het pad naar links. En omhoog, kennelijk. Voor ons doemt een steile helling op die alleen met het betere handen- en voetenwerk te bedwingen is. Weet ik veel dat dit de toon voor de rest van de dag bepaalt, ik vind het nu wel een leuk verzetje.
De paden die volgen zijn zo niet des La Magnetoise 2017, dat ik me afvraag of dit wel hetzelfde evenement is. Single tracks over schuine hellingen, stukjes zonder pad, continu op en neer, het is een trail naar mijn hart. De briefing had het wel genoemd, maar ik nam het niet zo serieus. Het begin is technisch, het middenstuk relatief vlak en het derde deel tot aan de finish zwaar. Nou, de eerste belofte is al ingelost. Heerlijk! Het weer werkt ook goed mee. Zo vroeg in de ochtend is het fris, maar bovenop de heuvels staat weinig wind en voelt alles zacht. De dalen zijn een flink pak kouder met ijs en rijp in overvloed. Het is even passen en meten qua kleding, maar de temperatuur loopt snel op en na een uur gaan de jasjes uit, petten en mutsen af.
Verzorgingspost 1
De eerste van twee verzorgingsposten bevindt zich nabij Tancrémont. Zowel op de website als tijdens de briefing was ons duidelijk gemaakt dat we niet teveel moesten verwachten van de ravito’s. Eigenlijk alleen water. Nou, ze hadden inderdaad water. Water in de vorm van water, water in de vorm van cola, sportdrank, chips, allerlei voedzame reepjes, cake, enz. enz. Ik heb wel eens betere verzorging onderweg meegemaakt, maar nog niet in België. We zijn nogal verbaasd dat ze dit voor elkaar weten te krijgen voor een luttele 3 euro per deelnemer. Nadat we ons tegoed hebben gedaan aan al dit lekkers, lopen we verder. Als de briefing klopt, krijgen we nu een relatief vlak stuk.
De briefing klopt. Het pad is vlak, breed en kilometers lang. Daarmee bedoel ik dat je kilometers voor je uit medelopers dezelfde mindfuck ziet ondergaan als jijzelf. Dat is geen pretje, zeker niet na het spektakel eerder vandaag. Maar goed, we moeten erdoorheen, dus tanden op elkaar, blik op oneindig en doorbuffelen. Pim en ik spreken wel af dat we rond 30 km een bankje pakken als beloning voor ons lijden. Het geluk is met ons, net na 30 km staat er een prachtig bankje waar we met z’n drieën mooi op passen. We blijven hier een kwartiertje plakken, genietend van de zon, hopende dat we het vervelendste stuk achter de rug hebben. En dan te bedenken dat twee jaar terug vrijwel de hele route uit dit soort paden bestond.
Het tweede deel van de route ten zuiden van de N62 is gelukkig een stuk aantrekkelijker. Nog steeds relatief brede paden, maar niet meer rechttoe rechtaan. Grappig hoeveel verschil een paar bochtjes kunnen maken. Op een bijzonder steil klimmetje, helpt Pim een medeloper die met twee verkrampte kuiten geparkeerd staat. Nadat de beste man de ampul magnesium achterover slaat, komt hij ons in noodtempo voorbij rennen, breed grijzend dat de gang er weer in zit. Net voor post twee lopen we vanuit het bos ineens tussen de met glas-in-lood afgebeelde fasen van Jezus’ leven. Banneux Notre-Dame Sanctuaire heet het hier, een soort bedevaardsoord, schijnt het. Rare gewaarwording: het ene moment loop je in de wildernis, het volgende moment tussen pelgrims en gedenktekens. Helemaal bizar dat dit oord aan de N666 ligt.
Verzorgingspost 2
Een kilometer later komen we aan bij de tweede verzorgingspost. Deze is zo mogelijk nog rijkelijker bedeeld dan de eerste. Naast vocht in elke kleur en maat, zoute en zoete versnaperingen, een heuse barbeque met licht verbrande worst, hebben ze zelfs bier, mojito’s en graanjenever. De keuze is snel gemaakt: doe mij maar een handje chips en een biertje. Voor het eerst in zijn illustere trailcarrière grijpt ook Pim een fluitje Jupiler. Hij heeft van mij al zo vaak gehoord wat voor wondermiddel bier onderweg kan zijn, dat hij de proef op de som wil nemen. Tevreden parkeren we onze achterwerken op een bankje en genieten we in de stralende zon van ons biertje. Wat een weertje is het vandaag toch. Nauwelijks wind, volop zon, heb mezelf al een paar keer betrapt op het zoeken naar schaduw in de minder beschutte delen van het parcours. Voor ons doen blijven we wat langer rondhangen dan gewoonlijk, toch wel een beetje het gevaar van goede ravito’s.
Na 20 minuten maken we ons op voor het laatste deel. We zijn goed uitgerust, hebben genoeg gegeten en gedronken en de lijdensweg van het middelste deel, lijkt nog maar een vage herinnering. Kennelijk heeft het biertje Pim goed gedaan want hij zet een tempo in dat Ilje en ik maar moeilijk bij kunnen houden. Even denken we dat hij er klaar mee is en alvast begint aan de eindsprint. Maar dik 15 kilometer voor de finish lijkt ons dat wat vroeg. Even buiten Fraipont treffen we hem aan op een bankje, opnieuw genieten van het heerlijke weer. Het volgende stuk kennen Pim en ik nog van gisteren, een mooi pad dat over de heuvels slingert en prachtige uitzichten biedt. Ook de afdaling naar Trooz komt ons bekend voor, maar de klim die dan volgt slaat ons met stomheid. Schijnbaar verticaal, rotsachtig met hier en daar een boompje, voorzien van een aantal touwen. Hoog boven ons zie ik Dennis zwoegen, hij bedwingt dit kreng in etappes, nu en dan rustend met de handen op de knieën.
Spinnetje
Ik doe niet aan touwen. Of kettingen, leuningen, zo’n beetje alles dat door mensen aangebracht is. Deels omdat ik het niet vertrouw, geen idee hoe zorgvuldig iets bevestigd is, deels omdat ik regelmatig zie hoe meerdere lopers rukkend aan zo’n touw elkaar de helling afzwiepen. Mij niet gezien. Na een verkennende blik voor de beste route omhoog, zet ik mijn spin-modus aan: enigszins gehandicapt met maar vier in plaats van acht pootjes, baan ik me via boompjes en uitstekende rotsen een weg omhoog. Klimmen gaat me vandaag goed af. Normaal gesproken hang ik bij Pim aan het elastiek, vandaag houd ik hem bij of blijf ik hem zelfs voor. Dat biedt hopelijk perspectief voor de rest van het jaar, er komen immers nogal wat klimmetjes aan. Na een kwartier stevig klauteren bereik ik de top samen met Dennis. We lopen een stukje over een vals plat omlaag pad tot ik me besef dat ik Ilje en Pim kwijt ben. Ik zeg Dennis gedag en stuif de klim van zoëven omlaag. Ja hoor, daar staan ze op driekwart van de klim, genietend van het uitzicht.
Wat volgt is een licht hellend bospad en een aantal weilanden met draaihekjes. Dan zijn we alweer in Forêt. Het idee was om even langs te gaan bij ons huisje voor een versnapering, maar Pim heeft de sleutel niet bij zich en Linda is als gevolg van een klein auto-ongelukje in geen velden of wegen te bekennen. Even mentaal de knop omzetten. Als je ergens naar uitkijkt, maar door omstandigheden teleurgesteld wordt, moet je daar als ultraloper mee om kunnen gaan. Of überhaupt als denkend wezen. Ilje merkt hoopvol op dat het zwaarste deel van het parcours er nu toch wel op zit. Pim en ik weten beter: met nog acht kilometer te gaan, twee afdalingen en drie klimmen, moet je jezelf niet rijk rekenen. Onze verwachting komt aardig uit. De afdaling vanuit Forêt is een mooi steil pad, de klim die daarop volgt doet nauwelijks onder voor de klim me touwen. Via een lange lus naar het zuiden beginnen we eindelijk aan de laatste klim naar Magnée. Deze kan ik me nog wel herinneren van twee jaar terug. We krijgen nog wat fijnstof en CO2 voor onze kiezen van een aantal passerende crossmotoren, maar dan zit het er wel zo’n beetje op.
Finish
De laatste meters voeren door het dorp, langs de kerk. Nog een keer linksaf en daar is de langverwachte finishboog en verplicht aan te tikken bel. Moe maar voldaan nemen we een biertje aan van de organisatie en zakken we in elkaar op een paar keiharde, houten stoeltjes. Ilje heeft de grootste moeite om zijn veters los te krijgen, de benen buigen is na een kleine 9 uur op de trails wat lastig. Toch ziet hij er frisser uit dan ik vooraf verwacht had. Ook Pim, wiens gezicht ik onderweg verschillende uitdrukkingen heb zien maken, straalt. Er zijn trails waar je achteraf zo verdwaasd bent en je zo weinig puf over hebt, dat je tijdelijk in de categorie zombie valt. La Magnetoise hoort daar niet bij. Dit is echt een pareltje geworden. Vergeleken met een paar jaar terug lever je wat afstand in, maar wat je daarvoor terug krijgt aan uitzichten, paadjes en zwaarte van het terrein, maakt die paar kilometer ruimschoots goed. Organisatie, markering en verzorging behoren tot de betere van de Ardennenloopjes. En wie lust er nou niet een biertje onderweg?
Samenlopen met Pim en Ilje was een genot. Vantevoren hadden we niks afgesproken over bij elkaar blijven; je weet immers nooit wat er gaat gebeuren, hoe fit iederen wel of niet is, wat de krachtsverhoudingen die dag zijn. Afspraken kunnen dan meer kwaad doen dan goed. Dat we de hele tocht alsnog met z’n drieën hebben gelopen, mag gerust bijzonder genoemd worden. Maar ook vanzelfsprekend op een of andere manier. Qua mindset stonden we er namelijk alledrie hetzelfde in: lekker een dagje buiten spelen. Okee, voor Ilje was het een primeur, zijn eerste echte ultra. En voor Pim was het sinds augustus vorig jaar zijn eerste lange tocht. Maar alles verliep zo natuurlijk, organisch en frictieloos dat ik het niet kon laten beide heren te polsen naar hun plannen voor begin september volgend jaar. Dan is er namelijk, zoals elk jaar, een mooie meerdaagse in de Pyreneën waar je als team van drie aan mee kunt doen. Ze zeiden geen van beiden meteen nee, altijd een goed teken.
Comments