Duinhopper 2019

Den Helder, 7 januari 2018, 02:30 uur

Liefje, help me volgende keer herinneren dat ik dit nooit meer doe. Linda kijkt me meewarig aan. Geloof je het zelf, lijken haar ogen te zeggen Ze heeft wel een punt. Niemand dwong me om me in te schrijven voor deze tocht. De Duinhopper. Een krankzinnig idee van Maarten en Marek. Dik 200 km langs de Nederlandse kust. Zo weinig mogelijk strand, zoveel mogelijk duinen en al dan niet bestaande paadjes. Veertig uur en een kwartier na vertrek uit Hoek van Holland ben ik in Den Helder. De enige toeschouwers Linda en wat halfdronken jongeren die net uit de disco komen strompelen. Kan nog steeds niet geloven dat ik het gehaald heb. Voorzichtig vlij ik mijn uitgeputte lichaam neer op de bijrijdersstoel. Ben benieuwd of ik überhaupt kan slapen. Ruim twee uur later schud Linda me wakker: we zijn weer in Amersfoort.

Amersfoort, 26 september 2018, 12:32 uur

Vol ongeloof en afgrijzen staat ik naar mijn scherm. Marek heeft net een bericht geplaatst in de Facebook Duinhopper groep. In 2019 geen wintereditie, maar een zomereditie: 6 t/m 9 juni. Twee afstanden. De Kids Trail van Hoek van Holland naar Den Helder, grofweg 220 km. En de Superhopper van Vlissingen naar Den Helder, om en nabij 365 km. Allemachtig, hoe bedenken ze het? Wel lekker temperatuurtje in juni, kun je tenminste even op een bankje uitrusten zonder eraan vast te vriezen. En veel meer horeca open, meer aanspraak, hele korte nachten… HO! STOP! KAPPEN! Je bent dit toch niet serieus aan het overwegen? Denk even terug aan begin dit jaar. Weet je nog, dat heldere moment? DIT NOOIT MEER! Hou die gedachte even vast, wil je.

Amersfoort, 2 januari 2019, 20:22 uur

Hoi Maarten. Doe mij maar de Superhopper. Zo meld ik mij aan. Nog geen jaar verder en al mijn goede voornemens als sneeuw voor de zon verdwenen. Leer ik het dan nooit? Ach, 2018 was een goed jaar. Voor 2019 zoek ik uitdagingen. Ronda dels Cims staat al in de agenda, Superhopper vormt qua duur en door meerdere nachten heen gaan een goede voorbereiding. Het heeft ook wel wat om aan een dergelijk evenement vanaf de eerste editie mee te doen. De afstand past niet in mijn hoofd. Mentaal opknippen in drie etappes helpt: 150 km van Vlissingen naar Hoek van Holland, 120 km naar IJmuiden, dan nog 100 km naar Den Helder. Geen afstanden waar ik wakker van lig. Tenminste, zolang ze niet achter elkaar afgelegd hoeven te worden.

Amersfoort, 1 juni 2019, 17:15 uur

Zeven dagen driemaaldaags breedspectrum antibiotica, daarna een wortelkanaalbehandeling voor de dode kies. Dat is het oordeel van de dienstdoende tandarts in ziekenhuis Meander. Gisteravond kwam het heel plotseling opzetten: een kies- en kaakpijn die door merg en been ging. De kiespijn links van een half jaar geleden, ook opgelost met een wortelkanaalbehandeling, was er niks bij. Daar deed de zenuw constant pijn, nu lijkt het wel alsof er met een mes in mijn kaak gewrikt wordt. Heb er de hele nacht van wakker gelegen, dus ‘s ochtends meteen een spoedafspraak gemaakt. Komt lekker uit zo, een week voor de Duinhopper. Kan ik eigenlijk blijven sporten met antibiotica, vraag ik de tandarts met mijn meest onschuldige gezicht. Ja hoor, geen probleem. Misschien heb je wat last van bijverschijnselen, maar dat merk je vanzelf wel, is het antwoord. Ik twijfel. Bijverschijnselen? Huiduitslag, droge mond, veranderde smaak. Boeien! Diarree? Kak. Ik bedoel, niet handig. Ach, maximaal 10% kans op. Die dans ontspring ik wel. Het alternatief, geen antibiotica, betekent gegarandeerd een kaakabces binnen een week. Niet de lastigste keus die ik ooit heb moeten maken.

Amersfoort, 3 juni 2019, 08:30 uur

Voor de achtste keer deze ochtend snel ik naar het toilet. Niet alleen ben ik de dans niet ontsprongen, de diarree is zo acuut dat ik heb besloten thuis te werken. In ieder geval tot de ergste aanval voorbij is. Vooral in de ochtend is het raak, als mijn darmen een nacht lang hebben liggen borrelen. Tot overmaat van ramp hebben de antibiotica en 600 mg ibuprofen vrijwel geen effect op de constante kaakpijn. Ik slaap slecht, verlies nauwelijks aan te vullen vocht en voel mijn weerstand en conditie met de dag achteruit gaan. Voorzichtig spoelen met koud water brengt soms een paar minuten verlichting van de ergste pijn, maar het blijft een halfbakken oplossing. Bovendien beginnen de kiezen aan weerszijden van de dode kies behoorlijk geïrriteerd te raken door de regelmatige, abrupte temperatuurwisselingen. Kiespijn bovenop kaakpijn bovenop een waterige stoelgang, drie dagen voor de start. Gaat lekker zo.

De twijfel slaat toe. Wel of niet starten? Ik ben bij voorbaat al kansloos. Tenminste, qua uitlopen. Zelfs onder optimale omstandigheden, heb ik in het beste geval 50% kans om te finishen. Vergeet niet dat het bijna een verdubbeling is van mijn langste afstand en duur. Maar ik heb hier zolang naartoe geleefd dat het als een soort verraad van mezelf voelt om niet eens op te komen dagen. Het kleine beetje slaap dat ik nog wist te vatten, wordt verstoord door constant gepieker. Dan zet ik er een punt achter: ik start. Interesseert me niet wat er gebeurt, kun je toch geen peil op trekken. Mijn beste tochten startte ik nooit onder ideale omstandigheden. Dat is de strohalm waar ik me aan vastklamp.

Amersfoort, 6 juni 2019, 7:30 uur

Ik leg de laatste hand aan mijn bepakking. Mijn kleinste rugzak stampvol met alleen essentiële zaken. Regenbroek, regenjack, eten, drinken, opladers en kabels, schone sokken, arm sleeves, handschoentjes, petje, buff, stapel toiletpapier. En een plastic map gevuld met een halve apotheek: antibiotica, probiotica, ORS, drie soorten pijnstillers, maagzuurremmers, imodium, tekentang. Het patroon van de afgelopen week stelt me iets gerust. Heftige diarree in de ochtend, in de loop van de dag wat beter, ‘s avonds weer slechter. Vooral na eetmomenten, als de druk op mijn darmen tijdelijk toeneemt, is het oppassen geblazen. Maar er zit een soort voorspelbaar ritme in. Daar kan ik wat mee. Hoop ik. Op dit moment voel ik me belabberd. Trekt als het goed is over een paar uur bij. Dan zou ik net voor de start fris genoeg moeten zijn om te kunnen lopen.

Vlissingen, 6 juni 2019, 12:00 uur

Stipt 12:00 uur starten vijf deelnemers op de lange afstand van de Duinhopper. Björn Niehenke, een ijzersterke Duitser die ik indirect ken via Tim Weiss. Eddy van Endert, sympathieke Belgische ultraloper. Martino Corneillie, eveneens Belg, inmiddels een lopende legende. Mike Bruce, mijn loopmaatje van o.a. de LEO180. En ik. Stuk voor stuk zien zij er frisser en fitter uit dan ik me voel. Tussen vanochtend en nu is het nog niet helemaal goedgekomen. Kop koffie hielp wat, maar niet genoeg. We beginnen gelukkig op een vrij rustig tempo, hoewel zelfs dat me wat zwaar valt.

Westkapelle – 14:16 uur – 20 km

Ik geniet van een ijskoude cola en Radler 0.0 bij Dijkpaviljoen De Westkaap. Mike heeft genoeg aan alleen een Radler. Was even vergeten dat mijn normaal zo efficiënte vochthuishouding volledig in puin ligt. Ik heb nu al meer gedronken dan tijdens menig 50+ km loopje. Zal wel geen probleem worden, er zijn immers genoeg strandtentjes en waterpunten langs de route. Mijn lijf is nog niet opgewarmd. Duurt normaal gesproken een uur of vijf, zes. De eerste 20 km staan bol van de tegenstellingen. Zo voorbij want lekker in gezelschap lopen; duurt eindeloos want mijn benen voelen zwaar en ongemakkelijk. Fris windje, warme zon. Ben vergeten me in te smeren voor de start, moet ik zo nog maar even doen. Mike benut het toilet, ik heb gek genoeg geen behoefte. Hee, lichtpuntje dat.

Oostkapelle – 15:30 uur – 30 km

Sinds ik het woord waterijsje heb laten vallen, zijn we naarstig op zoek naar een gelegenheid. De Bostent biedt uitkomst: nog maar een Radler en een heerlijk natuurlijk waterijsje met appelsmaak. De verkoeling is welkom, maar we beperken de pauze tot een paar minuten. Nog een lange weg te gaan, niet nu al achter op ‘schema’ raken. Hebben ze hier een toilet? Ziet er niet naar uit. Ik loop al even met een lichte aandrang. Niet ernstig, maar ik ben het liever voor dan dat ik met een broek vol zit. Even later passeren we een toilethuisje, maar dat is dicht. Schijtzooi…

Breezand – 17:00 uur – 38 km

Eindelijk, een toilet! Net op tijd ook, de aandrang is inmiddels zo sterk geworden dat ik serieus overweeg de duinen in te lopen en daar mijn behoefte doen. Helpt niet dat we al even over het strand lopen, qua beschutting niet optimaal, zeg maar. Ik snap er niks van. De eerste uren leek het lopen een natuurlijk verstoppende werking te hebben, maar de laatste paar uur is het omgeslagen naar een laxeermiddel. Ik loop dan ook helemaal leeg. Voor de zekerheid neem ik de tijd, heeft weinig zin om vijftig meter verderop rechtsomkeert te moeten maken.

Neeltje Jans – 18:03 uur – 45 km

Tijd om weer wat vocht aan te vullen, dit keer bij Frituur De Helling. Voor mij een Jupiler 0.0, werd de zoete Radler een beetje zat. Ik heb nog geen twee slokken genomen of mijn darmen zetten het op een brullen. Snel naar het toilet waar ik opnieuw helemaal leegloop. Nee he, dit begint verdacht veel te lijken op de ochtenden en avonden van afgelopen week. Ik moet dit onder controle krijgen. Imodium nemen? Geen ervaring mee. Ben wat bevreesd voor het mogelijke effect. Tuurlijk, geen borrelende darmen en constante aandrang meer, maar mijn historie met remmende medicijnen is niet heel positief. En dat is nog zacht uitgedrukt. Screw it, imodium erin. Zonder diarreeremmer doorlopen is geen optie.

Westenschouwen – 20:15 uur – 54 km

Mike en ik genieten van een heerlijke, zoutige tomatensoep en een bord kipsaté met patat. Schoenen uit, beentjes omhoog, het lijkt wel vakantie. Normaal gesproken gaat de keuken van Strandpaviljoen De Schaar om acht uur dicht, maar voor deze zotte ultralopers maakt de uitbater een uitzondering. Als even later Martino aanschuift, kan ook hij nog op zijn gemak een en ander bestellen. Dit is de laatste keer vandaag dat we goed kunnen eten, dus we nemen het ervan. Tussen hier en Rockanje, 70 km verder, is niks. Nou ja, er is wel wat, maar ‘s nachts niet open. Dus, goed eten, uitrusten, dan vol goede moed verder. Dat de imodium zijn werk doet, helpt daarbij. Tot dusver geen klachten. Tenminste, niet qua stoelgang. Kippenvel op de bovenarmen doet ons beseffen dat we ongenadig verbrand zijn. De hele dag met zon en wind in de rug heeft ons akelig verrast. Gelukkig heb ik daar een heel fijn smeerseltje voor, ooit gekocht in Portugal.

Kop van Schouwen – 22:51 uur – 68 km

Voor ons doemt een lichtje op. Huh? Is Martino verkeerd gelopen? Nee dus, wij zijn verkeerd gelopen. Klein uurtje terug week mijn route sterk van die van Mike af. Hij heeft een handheld GPS dus ik vertrouw dat meer dan mijn Garmin Fenix. De meeste horloges beperken routes tot duizend punten. Voor een afstand als deze is dat te onnauwkeurig, iets wat eerder vandaag al eens bleek. In plaats van linksaf gaan we rechtdoor en belanden we op een MTB-pad. Had al een alarmbelletje af moeten doen gaan. Als onze routes weer bij elkaar komen, lopen we naar het zuiden in plaats van het noorden, zo de armen van Martino in. Bij elkaar een kilometer of vijf extra. Gloeiende… Mijn waterzak begint intussen akelig leeg te raken. Had hem vlak voor Westenschouwen nog bijgevuld, maar ik verkijk me steeds op de hoeveelheid vocht die ik denk nodig te hebben en die ik daadwerkelijk verbruik. Ach, over een paar kilometer lopen we weer langs het strand. Staat vast wel ergens zo’n douchepaal met een kraantje.

Renesse – 01:35 uur – 83 km

Nou, genoeg douchepalen met kraantjes. Helaas zijn ze ‘s nachts afgesloten: er komt geen druppel uit. Normaal gesproken baart een paar uur zonder water me geen zorgen, maar in mijn huidige toestand kan ik een lichte paniek niet voorkomen. Elk strandtentje en gebouwtje dat we tegenkomen schuim ik af op zoek naar een buitenkraan. Keer op keer nul op het rekest. Mijn water is op. Als ik niet in de kortst mogelijke tijd iets vind, kon dit wel eens een heel kort tochtje worden. In de verte doemt een strandtent op. Niks bijzonders, maar we horen muziek. Is deze wel open ondanks het late uur? Nee, potdicht. Waar komt dan die muziek vandaan? Ruim honderd meter achter de strandtent viert een groep Duitse jongeren feest. Rondom een enorme boombox doen ze zich tegoed aan jus d’orange en wodka. Water hebben ze niet, maar Mike en ik krijgen beiden een enorme beker jus. Voor de wodka bedanken we.

Ook voor Mike en Martino begint het gebrek aan water nijpend te worden. Tegen beter weten in rommelt Mike een kilometer verderop aan de deur van een invalidentoilet. De deur gaat open, Mike verdwijnt naar binnen. Dan klinkt het mooiste geluid dat ik in tijden gehoord heb: stromend water! Eerst neem ik een paar flinke slokken, dan vul ik mijn waterzak tot aan de rand. Geen risico nemen de rest van de nacht. Wie weet hoe lang het duurt voor we weer bij kunnen vullen.

Port Zelande – 03:30 uur – 93 km

Hoewel het urgente probleem van vochtgebrek is opgelost, gaat het niet goed met me. Omdat ik de afgelopen week zo slecht geslapen heb, loop ik te zwalken als een dronkenman. En nee, ik heb niet stiekem wodka gedronken. Ik val steeds vaker in slaap. Maakt niet uit of ik wandel of dribbel, ik kan mijn ogen niet open houden. Ik moet even slapen maar Mike maant me te wachten op een bankje of iets dergelijks. Slapen op het zand stelt je bloot aan zandluizen en ander ongedierte. Je doet misschien even een oog dicht, maar de rest van de tocht krab je jezelf een ongeluk. Achter een strandhut staat een wankele stapel picknickbanken, bij elkaar gehouden met spanbanden. We klimmen erop en wringen ons in allerlei bochten om enigszins ontspannen te kunnen liggen, maar het heeft nauwelijks effect. Als we even later onze weg vervolgen, struikelen we bijna over vier prachtige ligbanken. Zucht…

Noordzeepark – 05:10 uur – 102 km

Ik schrik wakker. Waar ben ik? Vervolgens krimp ik in elkaar van de pijn. Mijn handen schieten naar mijn buik, op zoek naar het mes dat tergend langzaam door mijn darmen wordt getrokken. Tranen staan in mijn ogen. Wat gebeurt hier? Rechts van me zie ik een strandpaviljoen, C-Side of zo. Ik moet van het strand af, zo snel mogelijk ergens liggen. Of liever nog, in foetus-houding uithuilen. Net zo snel als de pijn opkwam, verdwijnt-ie ook. En prompt val ik weer in slaap. De volgende keer dat ik wakker schrik, ben ik nog maar halverwege C-Side. Voor mijn gevoel doe ik uren over de 100 meter naar het paviljoen. Val zeker vier, vijf keer in slaap en schrik weer wakker. Maar dan ben ik er eindelijk. Ik mompel tegen Mike, die me gelukkig is blijven volgen, dat ik ga slapen. Rugzak af, onder mijn hoofd. Benen en armen languit, klaar voor een tukje. En dan blijf je natuurlijk klaarwakker. Tenminste, totdat Mike me een por geeft. Je snurkt, zegt-ie. Okee, dat kan, maar dan heb ik heel diep geslapen. Niet meer dan een minuut of vijf volgens mijn horloge.

Havenhoofd – 7:00 uur – 111 km

Ga maar, loop maar door, maan ik Mike. Onze wegen moeten zich hier scheiden. Ik loop nog steeds rond als een zombie, val om de haverklap in slaap. Daarnaast een aantal herhalingen van de extreem pijnlijke steek in mijn darmen gehad. Vooral na wat langduriger dribbelen gebeurt dit. Eerst een druk die steeds sneller opzwelt, vervolgens een branderig gevoel alsof mijn buik in de fik staat. Als toetje een messteek die me dubbel doet slaan van de pijn. Ben bang dat de combinatie diarree, imodium en rennen voor mij niet de meest ideale is. Maar Mike is nog sterk, kan prima doorlopen. Ik ben nu een blok aan zijn been. Snap wel dat hij liever bij elkaar blijft, zeker later in de tocht is dat goud waard. Maar op dit moment interesseert de tocht me niks: ik wil alleen slapen en van die vreselijke pijn af. We zijn net langs een uitkijkpunt met een bankje gelopen, daar ga ik liggen. Ik zet geen wekker. Het is koud genoeg dat ik vanzelf wel wakker word.

Een half uur later word ik rillend van de kou wakker. Ik moet heel diep geslapen hebben want ik lig op de grond, kennelijk van het bankje afgelazerd terwijl ik sliep. Als ik voorzichtig overeind kom, schieten de krampen door mijn darmen. Geen aandrang, wel pijn. Het is 13 uur geleden dat ik een klein pilletje imodium nam, dat zou nu toch wel uitgewerkt moeten zijn? Voordat ik doorloop, probeer ik wat te eten. Met pijn en moeite kauw en slik ik me een weg door wat zoute nootjes. Nog geen minuut later komen ze terug omhoog, vergezeld van gemeen bijtend maagzuur. Geweldig! Lek ik niet van onder, dan wel van boven. Water houd ik wel binnen, mits ik hele kleine slokjes neem, maar hoe lang gaat dat nog goed?

Quackjeswater – 9:05 uur – 119 km

Pfff… twee uur over acht kilometer, schiet niet op. Het terrein is niet eens heel zwaar, maar mijn energiepeil is nul. Rennen, of beter gezegd dribbelen, is vrijwel onmogelijk door de constant opstekende pijnscheuten in mijn onderbuik. Okee, ik heb nog tien uur om grofweg 35 km af te leggen, zodat ik op tijd bij Pistoolhaven ben voor het laatste pontje vandaag. Op zich geen probleem, maar met een snelheid van maximaal 4 km/u plus pauzes voor ontbijt en lunch, wordt dat toch wat krap. Aan de andere kant, ik kan nu toch niks eten. Er moet eerst wat uit voordat er wat in kan. Maar zonder eetpauzes doorlopen? Ga ik niet redden qua energie. Bovendien heb ik pauzes nodig om een beetje bij te komen van pijn en inspanning. Ho, stop. Niet gek laten maken door wat er nog voor je ligt: focus op het eerstvolgende bereikbare punt. Dat is Rockanje, daarna zie ik wel verder.

Ik ben nog maar een paar minuten onderweg als ik in paniek de bosjes induik. Een aandrang tot toiletbezoek zoals ik die nog niet eerder meegemaakt heb. Mijn lichaam zwoegt en zweet om de verstopping teniet te doen. Met de grootste mogelijke moeite komen mijn darmen eindelijk wat op gang. Het resultaat is verontrustend. Nog steeds diarree, maar heel weinig en doorspekt met een kleur die me wit weg doet trekken. Bloed in de ontlasting is nooit een goed teken. Toegegeven, het is niet veel, maar het geeft wel aan dat er iets grondig mis met mijn darmen. Toch kan ik een zweem van opluchting niet onderdrukken. Fysiek voel ik me meteen beter, alsof er een loden bal uit mijn buik is verdwenen. Mentaal knap ik op van de gedachte dat de verstopping voorbij is en ik zowaar in Rockanje kan gaan ontbijten. Jippie!

Ik raak geïrriteerd door kriebels over mijn hele lijf. Buik, benen, armen, enkels. Bij een bankje stop ik om te zien wat de oorzaak is. Mijn benen krioelen van de loslopende teken, sommigen een halve centimeter groot, anderen doorzichtig en klein als een zandkorrel. Ik knipper een paar keer met mijn ogen om hallucinaties uit te sluiten. Nee, ze zitten er echt. Na een driftige sessie met de tekentang ben ik 16 teken armer. Exclusief de loslopende beestjes die ik met de hand kon verwijderen. Voor de zekerheid stuur ik een waarschuwing naar de groep dat ze op teken moeten checken.

Rockanje – 10:15 uur – 124 km

Mike attendeert ons erop dat tennisclub West Voorne open is en ontbijt serveert, zo rond de 117 km. Bij aankomst zegt mijn klokkie 124 km. Het moment dat ik de kantine binnenloop, word ik onthaald als de lang verloren zoon. Ga zitten, neem wat koffie, wat wil je eten en drinken, rust even uit, hoe is het met je, de behulpzaamheid en vriendelijkheid zorgen voor een brok in mijn keel. Volslagen vreemden, maar niet minder zorgzaam dan veel vrijwilligers tijdens evenementen. Ik neem een gecalculeerd besluit om hier iets meer tijd te pakken, zoveel mogelijk te eten en drinken, zodat ik lunch over kan slaan en vanaf hier in één ruk door kan lopen naar Pistoolhaven. Koffie, chocomel, tosti’s, bier, kaas en een verse appelflap, ik geniet met volle teugen van het feit dat ik weer kan eten. Een stemmetje in mijn achterhoofd waarschuwt me voor teveel eten. Heb niet echt een keuze. Sinds Westenschouwen, 13 uur geleden, nauwelijks wat gegeten. Sowieso niets substantieels. Wel veel gedronken, maar daar kun je niet op blijven lopen.

Ruim een uur later vervolg ik mijn weg. Goed gegeten en gedronken, horloges opgeladen, zonnebrand aangebracht en waar nodig schuurplekjes voorzien van wat crème. Voor de zekerheid nog van het toilet gebruik gemaakt, maar helaas geen succes. Ik loop wat te stuntelen met navigatie. Is de route nou zo onnauwkeurig of let ik niet goed genoeg op. Beetje van beiden, blijkt later wanneer ik alsnog een pad vind dat redelijk parallel aan de route loopt. Kilometer verder gaat het weer mis. Het lijntje op mijn horloge danst voor mijn ogen. Ik snap er niks van. Net nog dik een uur uitgerust en nu alweer tekenen van vermoeidheid?

Breede Water – 13:18 uur – 134 km

Na voor de zoveelste keer een pad te missen en terug te moeten lopen, besluit ik een pauze in te lassen. Ik zit op een bankje dat uitkijkt over het Breede Water, een prachtige meertje omgeven door gevarieerde natuur. Maar ik zie het niet. Nou ja, ik zie het wel, maar het registreert niet. Mijn hoofd zit vol met watten, kan me moeilijk concentreren of zelfs maar dingen waarnemen. De laatste keer dat ik zo uitgeput en afgemat was, moet de Legends Trail in 2018 zijn geweest. Ook zo’n feestje. Om mezelf wakker te houden, ga ik rekenen. Nog zes uur voor dik 30 km. Shit, dat red ik nooit. Ik moet vandaag van dit eiland af, terug naar de bewoonde wereld, terug naar de route die ik ken. Zogauw ik in Hoek van Holland ben, wordt alles beter. En zo ijl ik nog een poosje door. Als ik weer wat bij zinnen ben gekomen, besluit ik de kortst mogelijk route naar Pistoolhaven te nemen. Geen lussen meer of omwegen meer, in een zo recht mogelijk lijn naar de Europoort, dan de route naar het pontje. Ik stuur Maarten en Marek een berichtje met mijn intentie en strompel verder.

Oostvoorne – 14:15 uur – 139 km

Op de tracking website zie ik dat Martino iets achter mij loopt. Hij volgt nog wel de route, ik heb inmiddels aardig wat kilometers af weten te snijden. Bij ‘t Wapen van Marion wacht ik op hem, genietend van een biertje. Ik tuur en tuur, maar zie hem niet verschijnen. Nog eens de website checken. Shit, hij is me alweer voorbij. Om de batterijen in de trackers te sparen, geven ze maar 1x in de 5 minuten een signaal. Dan kan een loper al zomaar een paar honderd meter verder zijn. Ik drink snel mijn biertje op, vul mijn waterzak bij en probeer achter Martino aan te dribbelen. Compleet kansloos natuurlijk. Om hem bij te houden met zijn lange benen, moet ik serieus aan de bak, zelfs als hij wandelt. Gelukkig is er verderop nog een stuk van de route dat ik af kan snijden. Hopelijk mis ik hem dan niet.

Europoort – 15:25 uur – 146 km

In de verte zie ik Martino wandelen. Ik zwaai, blij dat we het laatste stuk samen kunnen lopen. Niet heel inspirerend, langs de BP-raffinaderij en de EECV-ertsbergen. Maar goed, het einde is in zicht en ik weet nu zeker dat ik het pontje op tijd ga halen. Kwam er ook achter dat ik bij Breede Water een enorme rekenfout maakte. Had geen 30 km meer voor de boeg, maar meer iets van 17, 18 km. Tja, dat krijg je als je niet meer helder na kunt denken. Dit laatste saaie stuk moeten we echter scherp blijven. Het stikt hier van de meeuwen die met duikvluchten proberen je onder te schijten. Martino wordt een keer goed geraakt, ik net niet. Na een kleine 28 uur komen we eindelijk aan bij Pistoolhaven, net op tijd voor een enorme stortbui. Gelukkig is er een overdekte cabine waar we kunnen schuilen.

Hoek van Holland, vrijdag, 17:00 uur

Als we van de pont afstappen, komen Maarten en François ons tegemoet rennen. Van mij weten ze al dat Hoek van Holland mijn eindbestemming is vandaag. Martino heeft eigenlijk op de boot pas besloten te stoppen. Het weerzien met Maarten is bitterzoet. Vorig jaar waren we beiden nog finishers tijdens de eerste editie van de Duinhopper: hij eerste, ik laatste. Dit jaar heeft bizar ongelukkige timing roet in het eten gegooid. Als die kaakontsteking een week eerder of later was geweest, had ik mezelf een goede kans gegeven om dit monster uit te lopen.

Amersfoort, 9 juni, 20:59 uur

Na 80 uur en 51 minuten komt Mike aan in Den Helder. Wat een held! De afgelopen twee dagen heb ik hem nauwgezet gevolgd. Emotioneel nog best een dingetje. Ik gun hem alle voorspoed en sterkte onderweg, tegelijkertijd ben ik stikjaloers dat hij nog wel loopt. Uiteindelijk kan ik alleen maar het grootste respect voor hem opbrengen. Ik was er belabberd aan toe in Zeeland, maar hij heeft het tussen Hoek van Holland en Den Helder niet makkelijk gehad. Zo lang alleen lopen, zulke weersomstandigheden, zo fokking veel zand. Ben er het weekend wel achter gekomen dat ik eigenlijk te laat ben gestopt. Regelmatig bloed in de ontlasting, veel en langdurig pijn in mijn darmen, koorts, tot op het bot vermoeid, slapeloosheid. Wel gek dat mijn benen en voeten na een dag al hersteld zijn. Waarschijnlijk omdat ze vergeleken met normaal niet heel veel inspanning hebben hoeven leveren.

Wassenaarse Slag, 15 juni 2019, 4:30 uur

Ik schrik wakker uit een nachtmerrie waarin ik verdrink. De realiteit scheelt weinig van de droom. Het beschutte plekje waar ik anderhalf uur geleden een slaapnestje maakte, is door de draaiende wind en aanzwellende regen getransformeerd tot een zwembad. Rillend en klappertandend van de kou en drijfnat van de regen, zoek ik een nieuw plekje op in de luwte. Voor de eerste keer ooit trek ik mijn nooddeken uit de verpakking, in de hoop dat ik daar wat van opwarm. Werkt als een tierelier. Ik verga nog steeds van de kou maar word met de minuut warmer. Wat ging er mis? Buienradar voorspelde een uur lang regen, van 3 tot 4. Ik was moe, besloot schuilen voor de bui te combineren met een slaapje. Helaas ontwikkelde het buitje zich tot een lokaal systeem dat tot begin van de middag zijn uiterste best doet de Nederlandse kust te verzuipen.

Sowieso nogal bizar dat ik hier weer ben. ‘t Is niet dat ik dol ben op zee, zand en duinen. Maar ik had er zo de pest over in dat ik de Duinhopper niet uitliep en ik voelde mezelf afgelopen week zo goed herstellen, dat ik besloot dit weekend deel twee te lopen. Van Hoek van Holland naar Den Helder. Vrijdagavond acht uur beginnen, rustig aan doen, gebruik maken van de dropbag die nog steeds in IJmuiden ligt, zondag ergens tussen de middag en begin van de avond klaar. Start was goed, voelde mezelf zoveel sterker dan een week geleden. Initieel wat stramme kuiten en lichte belastingspijntjes aan de voeten, maar dat trok zoals gebruikelijk na een paar uur weg. Hapje eten in Scheveningen, lampje op en de nacht in. Ik liep geweldig. Sommige zware stukken zand bergop even wandelen, maar bijna automatisch terug in een vlotte dribbel zogauw het terrein dat toeliet. De enige domper was de enorme hoeveelheid zwevend spinrag: van die flinterdunne, licht plakkerige draden die je wel voelt zitten, maar nooit van je afgeveegd krijgt. Komt naar mijn weten ook alleen ‘s nachts voor.

Alles verliep dus volgens plan. Bij Wassenaarse Slag heb ik er 48 km opzitten, mooie tijd voor een pauze. Om de ergste regen te vermijden er meteen een slaappauze van gemaakt. Onderkoeld raken behoorde echter niet tot de planning. In een licht wanhopige poging sneller warm te worden, ga ik een stukje dribbelen. Na drie passen, schieten beide kuiten in de kramp. Ik kan mezelf nog net overeind houden door naar een bank te grijpen. Au au au. Ik strompel terug naar mijn rugzak, sla een ampul vloeibaar magnesium achterover en kruip weer onder mijn nooddeken. Kwartier later eindigt de tweede poging tot opwarming opnieuw in kramp. Okee, da’s niet handig. In dit noodweer wandelend verder is geen optie. Word ik niet warm genoeg van, weet ik uit ervaring. Dribbelen gaat niet met deze van onderkoeling verkrampte kuiten. Wachten tot het weer bijtrekt, betekent dat ik mezelf nog zeker vier tot vijf uur moet vermaken. Pfff, dat zie ik echt niet zitten. Na wat wikken en wegen, besluit ik een taxi te bellen die me naar Leiden kan brengen. Tegen de tijd dat ik daar aankom, gaat de eerste trein richting Amersfoort.

Om half zes ‘s ochtends een taxi regelen in Wassenaar en omstreken, is nog geen sinecure. Pas rond half zeven krijg ik eindelijk een taxiservice te pakken die wel een nachtdienst heeft en mij op kan pikken vanaf Wassenaarse Slag. Een half uur is de taxi er ook daadwerkelijk. Duurde wat langer dan de geclaimde tien minuten, vooral omdat tussen Wassenaar en de kust alle wegen blank staan. Alleen stapvoets rijden voorkomt aquaplaning. De chauffeur heeft gelukkig snel door dat ik het niet heel warm heb en schakelt zowel stoel- als luchtverwarming in om het mij wat aangenamer te maken. Tegen de tijd dat we in Leiden aankomen, is het ergste klappertanden voorbij en beweeg ik me al heel wat soepeler dan een half uur geleden. De man verdient de dikke fooi die ik hem bovenop het verschuldigde bedrag geef. Op dat moment krijg ik een berichtje van Linda. Ze is net door twee kletsnatte katten wakker gemaakt, dus ze vroeg zich af of ik het nog droog gehouden had vannacht. Uuh… nee. Ben over anderhalf uur weer thuis, schat.

Amersfoort, 17 juni 19:30 uur

Voor de zoveelste keer lees ik mijn verslag van de Duinhopper 2019. Op zoek naar spelfouten, rare zinsnedes of onvolkomenheden. Hoewel de tekst de lading dekt, missen er twee dingen. Ten eerste doen de woorden geen recht aan de emotionele en fysieke achtbaan waar ik 28 uur lang in opgesloten zat. Zie zo gauw niet wat ik kan veranderen om dat duidelijker te maken. Ach, misschien verbeeld ik het me ook maar. Als je schrijft en je eigen tekst zo vaak terugleest, wordt het al snel oude koek.

Het tweede gebrek is een stukje inzicht in waarom ik ondanks een kaakinfectie, antibioticakuur en acute diarree toch ben begonnen aan deze tocht. Het is namelijk heel makkelijk, en verleidelijk, om van een afstandje mijn geploeter af te doen als gekkenwerk. Zelfs vanuit de ultrahoek kreeg ik de vraag of ik er wel verstandig aan deed. Dat zijn niet de minste jongens en meisjes, qua gedrevenheid en door tegenspoed heen rammen. Maar mijn motivatie om ondanks al deze tegenslagen vooraf toch te starten, is vrij eenvoudig: als je niet start, heb je sowieso niks. Sterker nog, je ontneemt jezelf bij voorbaat de kans om wel wat te hebben. Zelfs al loop je maar 10, 15 km. Komt bij dat de Duinhopper niet zomaar een loopje was. Vrij schaars evenement, mogelijk zelfs uniek. Bij een elk jaar terugkerend evenement was ik misschien wel degelijk afgehaakt. Hoewel… ook daar geldt dat niet starten je niks brengt.

Uiteindelijk heb ik 145 km gelopen, ben ik 28 uur buiten geweest en heb ik ondanks alle ellende een onvergetelijke ervaring toegevoegd aan mijn herinneringen. Daarnaast heb ik zoveel nieuwe dingen geleerd over mezelf, over medicijnen en bijverschijnselen en over lopen met de grootst mogelijke ongemakken. Al die ervaringen was ik arm gebleven wanneer ik niet was gestart. Zelfs de emotionele en fysieke pijn nadat ik uitstapte, zijn in dat opzicht een verrijking. Het is wellicht niet voor iedereen weggelegd, maar persoonlijk leef ik liever bewust met pijn, tegenslag en hun positieve tegenhangers, dan dat ik in alle veiligheid door het leven slaapwandel. Zou ik gewapend met deze kennis in een vergelijkbare situatie dezelfde keuzes maken in de toekomst? Ben geneigd te antwoorden dat ik dan beter weet en bovendien de ervaring al heb. Maar tot in hoeverre kun je van een vergelijkbare situatie spreken? Waarschijnlijk is er altijd wel iets wat ik aan zal grijpen om alsnog de onverstandigste en meest riskante keuze te maken.

Comments